Om half acht staat de bus voor de deur en worden we verwelkomd door Yuri, onze Nederlands sprekende gids voor de komende twee dagen.
Het gezelschap bestaat behalve uit ons uit een Vlaams stel (Wim en Iris), een Waals koppel uit Mons en voor de rest Frans Canadezen. Bij het eerstvolgende hotel waar we mensen ophalen moeten we even wachten, omdat een Canadees meisje haar paspoort is vergeten mee te nemen.
De route gaat via Cardenas richting snelweg. Cardenas is bekend door zijn vele rijtuigen. Na de laatste economische crisis in Cuba (perioda especial) was er geen geld meer voor een auto of brandstof. De rijtuigen zijn nooit meer verdwenen en de straten zijn er vol van. Als je hier de straten in kijkt krijg je pas een indruk van het "echte" Cuba.
Het jongetje, die in 2000 gevlucht is met zijn moeder (die tijdens die trip verdronken is) op een vlot richting de US, woont hier. Na een lange politieke en juridische strijd heeft zijn vader hem terug gehaald naar Cuba. Hij is nu 18 jaar en zit op een militaire school.
Na Cardenas te zijn gepasseerd volgt er een stuk snelweg. Die ziet er redelijk uit, maar de weg is nog niet helemaal af. Alweer een oorzaak van de val van de Berlijnse muur, waarna de Russen hun steun en subsidies aan Cuba gestaakt zijn. Aan de snelweg stoppen we bij een tankstation voor een plas en rookpauze, waarna we onze weg vervolgen naar Santa Clara. Hier bezoeken we het monument, mausoleum en museum van Ernesto Che Guevara.
In het mausoleum hangen de afbeeldingen en namen van de strijders van de revolutie van 1959. Op de afbeelding van Che wordt een witte ster geprojecteerd. Het mausoleum wordt elke dag van verse bloemen voorzien en binnen brandt een eeuwige vlam.
Voor het monument staan 28 palmbomen, die de geboortedag van Che symboliseren (14 juni 1928).
Een rij van 14 voor de dag en nog een rij van 14, totaal 28 voor het jaar.
Na dit best wel indrukwekkende bezoek (helaas te kort) vervolgen we onze weg naar Sancti Spiritus, waar we de lunch zullen gebruiken. De gebruikelijke Cubaanse lunch met een Bucanero er bij.
Hierna gaan we richting Trinidad. Een stad rijk geworden van de smokkelarij, suikerriet en slavenhandel. We bezoeken het Palacio Cantero en kunnen hier vanaf de bovenste verdieping een paar mooie foto's van Trinidad maken.
We drinken een Canchanchara in een lokale bar (ruwe rum, suiker, limoensap en honing). Een heerlijk verfrissend drankje. Aan onze voeten een van de vele honden die hier rondlopen en uiteraard is er weer een bandje, dus maar goed dat we losse Peso's bij ons hebben :-)
De straten zijn geplaveid met kinderkopjes en alle huizen zijn voorzien van tralies. Het verhaal achter de tralies is, dat de ramen altijd open kunnen blijven en de tralies de wind dor de kamer verspreiden. Het levert in ieder geval een paar unieke foto's op. Mar krijgt van een tekenaar een tekening aangeboden. Ondanks dat ze zegt dat ze geen interesse heeft, krijgt ze een tekennig in haar handen geduwd met de woorden voor jou! Achteraf blijkt hij er toch minimaal 5 Peso voor te willen hebben. Daar trappen we dus niet in.
Een kokosnoten handelaar poseert bereidwillig (1 Peso) voor ons en verderop komen we iemand tegen die verse? vis verkoopt. Gewoon uit een plastictas.
Na deze lange warme dag wordt het tijd naar het hotel te gaan. We rijden het Escambray gebergte in, een deel van de Topes Colantes. Op de Guamuhaya (800 meter boven zeeniveau) ligt hotel "Los Helechos" (wat "varens" betekent) waar we zullen overnachten.
Na het diner gaan we even een half uurtje liggen om bij te komen van de dag. Je raadt het al, we schrikken midden in de nacht wakker en gaan dus maar weer slapen :-)
Hasta Pronto!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten